soltar
(v)
(preso)
|
op vrije voeten stellen
(v)
(preso)
|
soltar
(v)
(vestimenta)
|
losknopen
(v)
(vestimenta)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgeknoopt
knoopt los
knopen los
knoopte los
knoopten los
|
soltar
(v)
(preso)
|
vrijlaten
(v)
(preso)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
vrijgelaten
laten vrij
laat vrij
liet vrij
lieten vrij
|
soltar
(v)
(botão)
|
afschieten
(v)
(botão)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
afgeschoten
schiet af
schieten af
schoten af
schoot af
|
soltar
(v)
(fogos de artifício)
|
afsteken
(v)
(fogos de artifício)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
afgestoken
steken af
steekt af
stak af
staken af
|
soltar
(v)
(cão)
|
losmaken van de riem
(v)
(cão)
|
soltar
(v)
(animais)
|
in vrijheid stellen
(v)
(animais)
|
soltar
(v)
(animais)
|
bevrijden
(v)
(animais)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
bevrijd
bevrijden
bevrijdt
bevrijdden
bevrijdde
|
soltar
(v)
(nó)
|
losmaken
(v)
(nó)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
soltar
(v)
(corda)
|
minder strak maken
(v)
(corda)
|
soltar
(v)
(botão)
|
losschieten
(v)
(botão)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgeschoten
schieten los
schiet los
schoot los
schoten los
|
soltar
(v)
(fogos de artifício)
|
afvuren
(v)
(fogos de artifício)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
afgevuurd
vuurt af
vuren af
vuurde af
vuurden af
|
soltar
(v)
(preso)
|
losbinden
(v)
(preso)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgebonden
binden los
bindt los
bonden los
bond los
|
soltar
(v)
(vestimenta)
|
losmaken
(v)
(vestimenta)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
soltar
(v)
(preso)
|
de vrijheid geven
(v)
(preso)
|
soltar
(v)
(botão)
|
afspringen
(v)
(botão)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
afgesprongen
springen af
springt af
sprongen af
sprong af
|
soltar
(v)
(emoção)
|
de vrije loop laten
(v)
(emoção)
|
soltar
(v)
(cão)
|
los laten lopen
(v)
(cão)
|
soltar
(v)
(preso)
|
loslaten
(v)
(preso)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgelaten
laat los
laten los
liet los
lieten los
|
soltar
(v)
(animais)
|
op vrije voeten stellen
(v)
(animais)
|
soltar
(v)
(nó)
|
losknopen
(v)
(nó)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgeknoopt
knoopt los
knopen los
knoopte los
knoopten los
|
soltar
(v)
(liberdade)
|
de vrijheid geven
(v)
(liberdade)
|
soltar
(v)
(grito)
|
slaken
(v)
(grito)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
geslaakt
slaken
slaakt
slaakten
slaakte
|
soltar
(v)
(liberdade)
|
op vrije voeten stellen
(v)
(liberdade)
|
soltar
(v)
(preso)
|
losmaken
(v)
(preso)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
soltar
(v)
(vestimenta)
|
losbinden
(v)
(vestimenta)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgebonden
binden los
bindt los
bonden los
bond los
|
soltar
(v)
(animais)
|
loslaten
(v)
(animais)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgelaten
laat los
laten los
liet los
lieten los
|
soltar
(v)
(liberdade)
|
vrijlaten
(v)
(liberdade)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
vrijgelaten
laten vrij
laat vrij
liet vrij
lieten vrij
|
soltar
(v)
(preso)
|
in vrijheid stellen
(v)
(preso)
|
soltar
(v)
(preso)
|
losknopen
(v)
(preso)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgeknoopt
knoopt los
knopen los
knoopte los
knoopten los
|
soltar
(v)
(preso)
|
bevrijden
(v)
(preso)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
bevrijd
bevrijden
bevrijdt
bevrijdden
bevrijdde
|
soltar
(v)
(objetos)
|
loslaten
(v)
(objetos)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgelaten
laat los
laten los
liet los
lieten los
|
soltar
(v)
(liberdade)
|
bevrijden
(v)
(liberdade)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
bevrijd
bevrijden
bevrijdt
bevrijdden
bevrijdde
|
soltar
(v)
(remover)
|
afweken
(v)
(remover)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
afgeweekt
weekt af
weken af
weekte af
weekten af
|
soltar
(v)
(liberdade)
|
loslaten
(v)
(liberdade)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgelaten
laat los
laten los
liet los
lieten los
|
soltar
(v)
(corpo)
|
hijgen
(v)
(corpo)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
gehijgd
hijgen
hijgt
hijgde
hijgden
|
soltar
(v)
(animais)
|
vrijlaten
(v)
(animais)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
vrijgelaten
laten vrij
laat vrij
liet vrij
lieten vrij
|
soltar
(v)
(animais)
|
de vrijheid geven
(v)
(animais)
|
soltar
(v)
(liberdade)
|
in vrijheid stellen
(v)
(liberdade)
|
soltar
(v)
(corda)
|
losser maken
(v)
(corda)
|
soltar
(v)
(remover)
|
losweken
(v)
(remover)
|
soltado
soltam
soltas
soltavam
soltavas
|
losgeweekt
weekt los
weken los
weekte los
weekten los
|