abrir
(v)
(costura)
|
lostornen
(v)
(costura)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
losgetornd
tornen los
tornt los
tornde los
tornden los
|
abrir
(v)
(intransitivo)
|
openbarsten
(v)
(intransitivo)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
opengebarsten
barsten open
barst open
barstten open
barstte open
|
abrir
(v)
(janela de carro)
|
omlaag draaien
(v)
(janela de carro)
|
abrir
(v)
(pacote)
|
losmaken
(v)
(pacote)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
abrir
(v)
(geral)
|
openen
(v)
(geral)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
geöpend
opent
openen
openden
opende
|
abrir
(v)
(garrafa)
|
ontkurken
(v)
(garrafa)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
ontkurkt
ontkurken
ontkurkt
ontkurkte
ontkurkten
|
abrir
(v)
(vestimenta)
|
losknopen
(v)
(vestimenta)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
losgeknoopt
knoopt los
knopen los
knoopte los
knoopten los
|
abrir
(v)
(pacote)
|
openvouwen
(v)
(pacote)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
opengevouwen
vouwt open
vouwen open
vouwden open
vouwde open
|
abrir
(v)
(geral)
|
uitspreiden
(v)
(geral)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
uitgespreid
spreidt uit
spreiden uit
spreidden uit
spreidde uit
|
abrir
(v)
(botão)
|
losmaken
(v)
(botão)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
abrir
(v)
(flores)
|
ontluiken
(v)
(flores)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
ontloken
ontluiken
ontloken
|
abrir
(v)
(loja)
|
openen
(v)
(loja)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
geöpend
opent
openen
openden
opende
|
abrir
(v)
(pele)
|
openhalen
(v)
(pele)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
opengehaald
haalt open
halen open
haalde open
haalden open
|
abrir
(v)
(torneira)
|
openzetten
(v)
(torneira)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
opengezet
zetten open
zet open
zette open
zetten open
|
abrir
(v)
(mapa)
|
uitrollen
(v)
(mapa)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
uitgerold
rolt uit
rollen uit
rolde uit
rolden uit
|
abrir
(v)
(asas)
|
uitspreiden
(v)
(asas)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
uitgespreid
spreidt uit
spreiden uit
spreidden uit
spreidde uit
|
abrir
(v)
(garrafa)
|
openen
(v)
(garrafa)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
geöpend
opent
openen
openden
opende
|
abrir
(v)
(porta)
|
openmaken
(v)
(porta)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
opengemaakt
maken open
maakt open
maakte open
maakten open
|
abrir
(v)
(geral)
|
openritsen
(v)
(geral)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
opengeritst
ritsen open
ritst open
ritste open
ritsten open
|
abrir
(v)
(geral)
|
openstellen
(v)
(geral)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
opengesteld
stelt open
stellen open
stelden open
stelde open
|
abrir
(v)
(pacote)
|
uitpakken
(v)
(pacote)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
uitgepakt
pakken uit
pakt uit
pakten uit
pakte uit
|
abrir
(v)
(figurativamente)
|
openstellen
(v)
(figurativamente)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
opengesteld
stelt open
stellen open
stelden open
stelde open
|
abrir
(v)
(pele)
|
openleggen
(v)
(pele)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
opengelegd
leggen open
legt open
legden open
legde open
|
abrir
(v)
(torneira)
|
opendraaien
(v)
(torneira)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
opengedraaid
draaien open
draait open
draaide open
draaiden open
|
abrir
(v)
(mapa)
|
openvouwen
(v)
(mapa)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
opengevouwen
vouwt open
vouwen open
vouwden open
vouwde open
|
abrir
(v)
(mapa)
|
ontrollen
(v)
(mapa)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
ontrold
ontrollen
ontrolt
ontrolde
ontrolden
|
abrir
(v)
(discussão)
|
beginnen
(v)
(discussão)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
begonnen
begint
beginnen
begonnen
begon
|
abrir
(v)
(intransitivo)
|
openbreken
(n)
(v)
(intransitivo)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
opengebroken
breken open
breekt open
braken open
brak open
|
abrir
(v)
(intransitivo)
|
barsten
(v)
(intransitivo)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
gebarsten
barsten
barst
barstten
barstte
|
abrir
(v)
(massa)
|
ontrollen
(v)
(massa)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
ontrold
ontrollen
ontrolt
ontrolde
ontrolden
|
abrir
(v)
(pacote)
|
loswikkelen
(v)
(pacote)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
losgewikkeld
wikkelt los
wikkelen los
wikkelde los
wikkelden los
|
abrir
(v)
(figurativamente)
|
openen
(v)
(figurativamente)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
geöpend
opent
openen
openden
opende
|
abrir
(v)
(vestimenta)
|
losmaken
(v)
(vestimenta)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
abrir
(v)
(janela de carro)
|
naar beneden draaien
(v)
(janela de carro)
|
abrir
(v)
(massa)
|
uitrollen
(v)
(massa)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
uitgerold
rolt uit
rollen uit
rolde uit
rolden uit
|
abrir
(v)
(botão)
|
losknopen
(v)
(botão)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
losgeknoopt
knoopt los
knopen los
knoopte los
knoopten los
|
abrir
(v)
(discussão)
|
aanvangen
(v)
(discussão)
|
aberto
abrem
abres
abriam
abrias
|
aangevangen
vangt aan
vangen aan
vingen aan
ving aan
|