testar
(v)
(qualidade)
|
proberen
(v)
(qualidade)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
geprobeerd
probeert
proberen
probeerden
probeerde
|
testar
(v)
(técnico)
|
nakijken
(v)
(técnico)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
nagekeken
kijken na
kijkt na
keek na
keken na
|
testar
(v)
(pôr à prova)
|
testen
(n)
(v)
(pôr à prova)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
getest
test
testen
testten
testte
|
testar
(v)
(aparelho)
|
uitproberen
(v)
(aparelho)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
uitgeprobeerd
probeert uit
proberen uit
probeerden uit
probeerde uit
|
testar
(v)
(teoria)
|
aan de werkelijkheid toetsen
(v)
(teoria)
|
testar
(v)
(teoria)
|
beproeven
(v)
(teoria)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
beproefd
beproeft
beproeven
beproefde
beproefden
|
testar
(v)
(pessoa)
|
onderzoeken
(v)
(pessoa)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
onderzocht
onderzoekt
onderzoeken
onderzochten
onderzocht
|
testar
(v)
(pessoa)
|
testen
(n)
(v)
(pessoa)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
getest
test
testen
testten
testte
|
testar
(v)
(pessoa)
|
beproeven
(v)
(pessoa)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
beproefd
beproeft
beproeven
beproefde
beproefden
|
testar
(v)
(aparelho)
|
nakijken
(v)
(aparelho)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
nagekeken
kijken na
kijkt na
keek na
keken na
|
testar
(v)
(qualidade)
|
aan de werkelijkheid toetsen
(v)
(qualidade)
|
testar
(v)
(técnico)
|
testen
(n)
(v)
(técnico)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
getest
test
testen
testten
testte
|
testar
(v)
(pôr à prova)
|
nakijken
(v)
(pôr à prova)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
nagekeken
kijken na
kijkt na
keek na
keken na
|
testar
(v)
(aparelho)
|
testen
(n)
(v)
(aparelho)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
getest
test
testen
testten
testte
|
testar
(v)
(teoria)
|
in praktijk brengen
(v)
(teoria)
|
testar
(v)
(teoria)
|
proberen
(v)
(teoria)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
geprobeerd
probeert
proberen
probeerden
probeerde
|
testar
(v)
(técnico)
|
beproeven
(v)
(técnico)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
beproefd
beproeft
beproeven
beproefde
beproefden
|
testar
(v)
(pessoa)
|
controleren
(n)
(v)
(pessoa)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
gecontroleerd
controleert
controleren
controleerde
controleerden
|
testar
(v)
(pessoa)
|
uitproberen
(v)
(pessoa)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
uitgeprobeerd
probeert uit
proberen uit
probeerden uit
probeerde uit
|
testar
(v)
(aparelho)
|
controleren
(n)
(v)
(aparelho)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
gecontroleerd
controleert
controleren
controleerde
controleerden
|
testar
(v)
(qualidade)
|
in praktijk brengen
(v)
(qualidade)
|
testar
(v)
(técnico)
|
uitproberen
(v)
(técnico)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
uitgeprobeerd
probeert uit
proberen uit
probeerden uit
probeerde uit
|
testar
(v)
(pôr à prova)
|
onderzoeken
(v)
(pôr à prova)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
onderzocht
onderzoekt
onderzoeken
onderzochten
onderzocht
|
testar
(v)
(escolas)
|
overhoren
(v)
(escolas)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
overhoord
overhoort
overhoren
overhoorde
overhoorden
|
testar
(v)
(aparelho)
|
onderzoeken
(v)
(aparelho)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
onderzocht
onderzoekt
onderzoeken
onderzochten
onderzocht
|
testar
(v)
(produto)
|
uittesten
(v)
(produto)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
uitgetest
test uit
testen uit
testte uit
testten uit
|
testar
(v)
(técnico)
|
controleren
(n)
(v)
(técnico)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
gecontroleerd
controleert
controleren
controleerde
controleerden
|
testar
(v)
(pôr à prova)
|
uitproberen
(v)
(pôr à prova)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
uitgeprobeerd
probeert uit
proberen uit
probeerden uit
probeerde uit
|
testar
(v)
(aparelho)
|
beproeven
(v)
(aparelho)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
beproefd
beproeft
beproeven
beproefde
beproefden
|
testar
(v)
(qualidade)
|
beproeven
(v)
(qualidade)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
beproefd
beproeft
beproeven
beproefde
beproefden
|
testar
(v)
(pôr à prova)
|
controleren
(n)
(v)
(pôr à prova)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
gecontroleerd
controleert
controleren
controleerde
controleerden
|
testar
(v)
(pessoa)
|
nakijken
(v)
(pessoa)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
nagekeken
kijken na
kijkt na
keek na
keken na
|
testar
(v)
(pôr à prova)
|
beproeven
(v)
(pôr à prova)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
beproefd
beproeft
beproeven
beproefde
beproefden
|
testar
(v)
(técnico)
|
onderzoeken
(v)
(técnico)
|
testado
testam
testas
testavam
testavas
|
onderzocht
onderzoekt
onderzoeken
onderzochten
onderzocht
|
testar
(v)
(geral)
|
op de proef stellen
(v)
(geral)
|