ofender
(v)
(raiva)
|
uitschelden
(v)
(raiva)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
uitgescholden
scheldt uit
schelden uit
scholden uit
schold uit
|
ofender
(v)
(insultar)
|
uitschelden
(v)
(insultar)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
uitgescholden
scheldt uit
schelden uit
scholden uit
schold uit
|
ofender
(v)
(insultar)
|
aanstoot geven
(v)
(insultar)
|
ofender
(v)
(raiva)
|
verontwaardigen
(v)
(raiva)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
verontwaardigd
verontwaardigen
verontwaardigt
verontwaardigde
verontwaardigden
|
ofender
(v)
(insultar)
|
beledigen
(v)
(insultar)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
beledigd
beledigen
beledigt
beledigden
beledigde
|
ofender
(v)
(raiva)
|
aanstoot geven
(v)
(raiva)
|
ofender
(v)
(sentimento)
|
uitschelden
(v)
(sentimento)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
uitgescholden
scheldt uit
schelden uit
scholden uit
schold uit
|
ofender
(v)
(insultar)
|
ergeren
(v)
(insultar)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
geërgerd
ergert
ergeren
ergerden
ergerde
|
ofender
(v)
(raiva)
|
ergeren
(v)
(raiva)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
geërgerd
ergert
ergeren
ergerden
ergerde
|
ofender
(v)
(sentimento)
|
verontwaardigen
(v)
(sentimento)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
verontwaardigd
verontwaardigen
verontwaardigt
verontwaardigde
verontwaardigden
|
ofender
(v)
(sentimento)
|
aanstoot geven
(v)
(sentimento)
|
ofender
(v)
(sentimento)
|
beledigen
(v)
(sentimento)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
beledigd
beledigen
beledigt
beledigden
beledigde
|
ofender
(v)
(insultar)
|
verontwaardigen
(v)
(insultar)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
verontwaardigd
verontwaardigen
verontwaardigt
verontwaardigde
verontwaardigden
|
ofender
(v)
(raiva)
|
beledigen
(v)
(raiva)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
beledigd
beledigen
beledigt
beledigden
beledigde
|
ofender
(v)
(sentimento)
|
kwetsen
(v)
(sentimento)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
gekwetst
kwetsen
kwetst
kwetste
kwetsten
|
ofender
(v)
(sentimento)
|
ergeren
(v)
(sentimento)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
geërgerd
ergert
ergeren
ergerden
ergerde
|
ofender
(v)
(sentimento)
|
beschimpen
(v)
(sentimento)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
beschimpt
beschimpen
beschimpt
beschimpten
beschimpte
|
ofender
(v)
(insultar)
|
beschimpen
(v)
(insultar)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
beschimpt
beschimpen
beschimpt
beschimpten
beschimpte
|
ofender
(v)
(raiva)
|
beschimpen
(v)
(raiva)
|
ofendido
ofendem
ofendes
ofendiam
ofendias
|
beschimpt
beschimpen
beschimpt
beschimpten
beschimpte
|