Mostrar — tradução Português Holandês. Traduzir Mostrar em Holandês

mostrar (v) (exibição)	laten zien (v) (exibição)
mostrar (v) (objeto)	aanwijzen (v) (objeto)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	aangewezen wijzen aan wijst aan wees aan wezen aan
mostrar (v) (evidenciar)	aanduiden (v) (evidenciar)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	aangeduid duiden aan duidt aan duidden aan duidde aan
mostrar (v) (explicar)	demonstreren (v) (explicar)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	gedemonstreerd demonstreren demonstreert demonstreerden demonstreerde
mostrar (v) (direção)	aanwijzen (v) (direção)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	aangewezen wijzen aan wijst aan wees aan wezen aan
mostrar (v) (loja)	aanwijzen (v) (loja)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	aangewezen wijzen aan wijst aan wees aan wezen aan
mostrar (v) (indicação)	zeggen (v) (indicação)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	gezegd zeggen zegt zegden zegde
mostrar (v) (objeto)	tonen (n) (v) (objeto)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	getoond toont tonen toonde toonden
mostrar (v) (dispor)	uitstallen (v) (dispor)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	uitgestald stallen uit stalt uit stalden uit stalde uit
mostrar (v) (plano)	naar voren brengen (v) (plano)
mostrar (v) (loja)	uitstallen (v) (loja)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	uitgestald stallen uit stalt uit stalden uit stalde uit
mostrar (v) (evidenciar)	wijzen (v) (evidenciar)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	gewezen wijst wijzen wees wezen
mostrar (v) (conhecimento)	etaleren (v) (conhecimento)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	geëtaleerd etaleren etaleert etaleerden etaleerde
mostrar (v) (arte)	voorstellen (v) (arte)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	voorgesteld stellen voor stelt voor stelden voor stelde voor
mostrar (v) (loja)	betonen (v) (loja)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	betoond betonen betoont betoonden betoonde
mostrar (v) (loja)	laten zien (v) (loja)
mostrar (v) (opinião)	te kennen geven (v) (opinião)
mostrar (v) (orgulho)	etaleren (v) (orgulho)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	geëtaleerd etaleren etaleert etaleerden etaleerde
mostrar (v) (objeto)	uitstallen (v) (objeto)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	uitgestald stallen uit stalt uit stalden uit stalde uit
mostrar (v) (evidenciar)	laten zien (v) (evidenciar)
mostrar (v) (explicar)	licht werpen op (v) (explicar)
mostrar (v) (direção)	wijzen (v) (direção)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	gewezen wijst wijzen wees wezen
mostrar (v) (explicar)	uiteenzetten (v) (explicar)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	uiteengezet zetten uiteen zet uiteen zetten uiteen zette uiteen
mostrar (v) (dentes)	ontbloten (v) (dentes)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	ontbloot ontbloot ontbloten ontblootte ontblootten
mostrar (v) (objeto)	laten zien (v) (objeto)
mostrar (v) (exibição)	tonen (n) (v) (exibição)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	getoond toont tonen toonde toonden
mostrar (v) (direção)	tonen (n) (v) (direção)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	getoond toont tonen toonde toonden
mostrar (v) (objeto)	betonen (v) (objeto)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	betoond betonen betoont betoonden betoonde
mostrar (v) (dispor)	uitspreiden (v) (dispor)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	uitgespreid spreidt uit spreiden uit spreidden uit spreidde uit
mostrar (v) (explicar)	belichten (v) (explicar)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	belicht belichten belicht belichtte belichtten
mostrar (v) (arte)	afbeelden (v) (arte)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	afgebeeld beeldt af beelden af beeldde af beeldden af
mostrar (v) (loja)	wijzen (v) (loja)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	gewezen wijst wijzen wees wezen
mostrar (v) (figurativamente)	openstellen (v) (figurativamente)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	opengesteld stelt open stellen open stelden open stelde open
mostrar (v) (plano)	voorstellen (v) (plano)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	voorgesteld stellen voor stelt voor stelden voor stelde voor
mostrar (v) (orgulho)	pronken met (v) (orgulho)
mostrar (v) (objeto)	aanduiden (v) (objeto)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	aangeduid duiden aan duidt aan duidden aan duidde aan
mostrar (v) (evidenciar)	uitstallen (v) (evidenciar)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	uitgestald stallen uit stalt uit stalden uit stalde uit
mostrar (v) (evidenciar)	tonen (n) (v) (evidenciar)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	getoond toont tonen toonde toonden
mostrar (v) (explicar)	uitleggen (v) (explicar)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	uitgelegd legt uit leggen uit legden uit legde uit
mostrar (v) (dispor)	laten zien (v) (dispor)
mostrar (v) (loja)	uitspreiden (v) (loja)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	uitgespreid spreidt uit spreiden uit spreidden uit spreidde uit
mostrar (v) (exibição)	demonstreren (v) (exibição)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	gedemonstreerd demonstreren demonstreert demonstreerden demonstreerde
mostrar (v) (direção)	uitstallen (v) (direção)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	uitgestald stallen uit stalt uit stalden uit stalde uit
mostrar (v) (direção)	aanduiden (v) (direção)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	aangeduid duiden aan duidt aan duidden aan duidde aan
mostrar (v) (objeto)	wijzen (v) (objeto)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	gewezen wijst wijzen wees wezen
mostrar (v) (evidenciar)	aanwijzen (v) (evidenciar)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	aangewezen wijzen aan wijst aan wees aan wezen aan
mostrar (v) (explicar)	toelichten (v) (explicar)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	toegelicht lichten toe licht toe lichtte toe lichtten toe
mostrar (v) (direção)	betonen (v) (direção)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	betoond betonen betoont betoonden betoonde
mostrar (v) (loja)	aanduiden (v) (loja)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	aangeduid duiden aan duidt aan duidden aan duidde aan
mostrar (v) (figurativamente)	openen (v) (figurativamente)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	geöpend opent openen openden opende
mostrar (v) (opinião)	uiten (v) (opinião)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	geüit uiten uit uitten uitte
mostrar (v) (dispor)	tonen (n) (v) (dispor)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	getoond toont tonen toonde toonden
mostrar (v) (plano)	aanvoeren (v) (plano)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	aangevoerd voert aan voeren aan voerden aan voerde aan
mostrar (v) (loja)	tonen (n) (v) (loja)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	getoond toont tonen toonde toonden
mostrar (v) (evidenciar)	betonen (v) (evidenciar)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	betoond betonen betoont betoonden betoonde
mostrar (v) (conhecimento)	pronken met (v) (conhecimento)
mostrar (v) (dispor)	ten toon spreiden (v) (dispor)
mostrar (v) (loja)	ten toon spreiden (v) (loja)
mostrar (v) (visita)	rondleiden (v) (visita)
mostrado mostram mostras mostravam mostravas	rondgeleid leiden rond leidt rond leidde rond leidden rond
mostrar (v) (direção)	laten zien (v) (direção)

Mostrar exemplos9 exemplos encontrados

mostrar a língua	zijn tong uitsteken
mostrar arrependimento	zijn excuses aanbieden
mostrar arrependimento	zich verontschuldigen
mostrar arrependimento	spijt betuigen
mostrar-se	te voorschijn komen
mostrar-se	verschijnen
mostrar-se	opdagen
mostrar-se	opduiken
sem se mostrar	zonder zich bloot te geven

Traduzir Mostrar em outros idiomas

— Traduzir mostrar em Inglês

— Traduzir mostrar em Alemão

— Traduzir mostrar em Francês

— Traduzir mostrar em Italiano

— Traduzir mostrar em Espanhol

— Traduzir mostrar em Esloveno

— Traduzir mostrar em Polonês

— Traduzir mostrar em Tcheco

Mostrar — Português Holandês tradução60 traduções encontrado