Incitar — tradução Português Holandês. Traduzir Incitar em Holandês

incitar (v) (perguntar)	insisteren op (v) (perguntar)
incitar (v) (pessoa)	stimuleren (v) (pessoa)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	gestimuleerd stimuleert stimuleren stimuleerde stimuleerden
incitar (v) (pessoa)	aanzetten (v) (pessoa)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangezet zetten aan zet aan zette aan zetten aan
incitar (v) (pessoa)	ophitsen (v) (pessoa)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	opgehitst hitst op hitsen op hitste op hitsten op
incitar (v) (insurreição)	aanzetten (v) (insurreição)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangezet zetten aan zet aan zette aan zetten aan
incitar (v) (sentimento)	aanwakkeren (v) (sentimento)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangewakkerd wakkert aan wakkeren aan wakkerden aan wakkerde aan
incitar (v) (sentimento)	opwekken (n) (v) (sentimento)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	opgewekt wekken op wekt op wekte op wekten op
incitar (v) (pessoa)	aansporen (v) (pessoa)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangespoord spoort aan sporen aan spoorde aan spoorden aan
incitar (v) (insurreição)	aanstoken (v) (insurreição)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangestookt stookt aan stoken aan stookte aan stookten aan
incitar (v) (causa)	aansporen tot (v) (causa)
incitar (v) (causa)	aansporen (v) (causa)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangespoord spoort aan sporen aan spoorde aan spoorden aan
incitar (v) (pessoa)	aanwakkeren (v) (pessoa)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangewakkerd wakkert aan wakkeren aan wakkerden aan wakkerde aan
incitar (v) (pessoa)	opwekken (n) (v) (pessoa)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	opgewekt wekken op wekt op wekte op wekten op
incitar (v) (pessoa)	aanstoken (v) (pessoa)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangestookt stookt aan stoken aan stookte aan stookten aan
incitar (v) (insurreição)	aansporen (v) (insurreição)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangespoord spoort aan sporen aan spoorde aan spoorden aan
incitar (v) (trabalho)	aansporen (v) (trabalho)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangespoord spoort aan sporen aan spoorde aan spoorden aan
incitar (v) (sentimento)	aanstoken (v) (sentimento)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangestookt stookt aan stoken aan stookte aan stookten aan
incitar (v) (pessoa)	teweegbrengen (v) (pessoa)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	teweeggebracht brengen teweeg brengt teweeg bracht teweeg brachten teweeg
incitar (v) (sentimento)	prikkelen (v) (sentimento)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	geprikkeld prikkelt prikkelen prikkelden prikkelde
incitar (v) (insurreição)	teweegbrengen (v) (insurreição)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	teweeggebracht brengen teweeg brengt teweeg bracht teweeg brachten teweeg
incitar (v) (perguntar)	dringend verzoeken (v) (perguntar)
incitar (v) (sentimento)	opstoken (v) (sentimento)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	opgestookt stookt op stoken op stookten op stookte op
incitar (v) (sentimento)	aanzetten (v) (sentimento)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangezet zetten aan zet aan zette aan zetten aan
incitar (v) (pessoa)	opstoken (v) (pessoa)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	opgestookt stookt op stoken op stookten op stookte op
incitar (v) (começar)	in werking zetten (v) (começar)
incitar (v) (trabalho)	aanmoedigen (v) (trabalho)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangemoedigd moedigen aan moedigt aan moedigden aan moedigde aan
incitar (v) (insurreição)	aanstichten (v) (insurreição)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangesticht sticht aan stichten aan stichtten aan stichtte aan
incitar (v) (sentimento)	ophitsen (v) (sentimento)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	opgehitst hitst op hitsen op hitste op hitsten op
incitar (v) (pessoa)	veroorzaken (v) (pessoa)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	veroorzaakt veroorzaken veroorzaakt veroorzaakten veroorzaakte
incitar (v) (sentimento)	stimuleren (v) (sentimento)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	gestimuleerd stimuleert stimuleren stimuleerde stimuleerden
incitar (v) (insurreição)	veroorzaken (v) (insurreição)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	veroorzaakt veroorzaken veroorzaakt veroorzaakten veroorzaakte
incitar (v) (trabalho)	aansporen tot (v) (trabalho)
incitar (v) (sentimento)	opwinden (v) (sentimento)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	opgewonden windt op winden op wonden op wond op
incitar (v) (pessoa)	aanstichten (v) (pessoa)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangesticht sticht aan stichten aan stichtten aan stichtte aan
incitar (v) (insurreição)	ophitsen (v) (insurreição)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	opgehitst hitst op hitsen op hitste op hitsten op
incitar (v) (causa)	aanmoedigen (v) (causa)
incitado incitam incitas incitavam incitavas	aangemoedigd moedigen aan moedigt aan moedigden aan moedigde aan

Incitar exemplos1 exemplo encontrado

incitar à ação

tot actie aanzetten

Traduzir Incitar em outros idiomas

— Traduzir incitar em Inglês

— Traduzir incitar em Alemão

— Traduzir incitar em Francês

— Traduzir incitar em Italiano

— Traduzir incitar em Espanhol

— Traduzir incitar em Esloveno

— Traduzir incitar em Polonês

— Traduzir incitar em Tcheco

Incitar — Português Holandês tradução36 traduções encontrado