expor
(v)
(dispor)
|
uitstallen
(v)
(dispor)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
uitgestald
stallen uit
stalt uit
stalden uit
stalde uit
|
expor
(v)
(notícias)
|
ontbloten
(v)
(notícias)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
ontbloot
ontbloot
ontbloten
ontblootte
ontblootten
|
expor
(v)
(dentes)
|
tentoonstellen
(v)
(dentes)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
tentoongesteld
stelt tentoon
stellen tentoon
stelden tentoon
stelde tentoon
|
expor
(v)
(descobrir)
|
blootleggen
(v)
(descobrir)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
blootgelegd
leggen bloot
legt bloot
legde bloot
legden bloot
|
expor
(v)
(notícias)
|
aan het licht brengen
(v)
(notícias)
|
expor
(v)
(descobrir)
|
ontsluieren
(v)
(descobrir)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
ontsluierd
ontsluiert
ontsluieren
ontsluierde
ontsluierden
|
expor
(v)
(descobrir)
|
onthullen
(v)
(descobrir)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
onthuld
onthult
onthullen
onthulde
onthulden
|
expor
(v)
(loja)
|
tentoonstellen
(v)
(loja)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
tentoongesteld
stelt tentoon
stellen tentoon
stelden tentoon
stelde tentoon
|
expor
(v)
(loja)
|
exposeren
(v)
(loja)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
geëxposeerd
exposeren
exposeert
exposeerden
exposeerde
|
expor
(v)
(arte)
|
etaleren
(v)
(arte)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
geëtaleerd
etaleren
etaleert
etaleerden
etaleerde
|
expor
(v)
(teoria)
|
verkondigen
(v)
(teoria)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
verkondigd
verkondigen
verkondigt
verkondigden
verkondigde
|
expor
(v)
(dispor)
|
tonen
(n)
(v)
(dispor)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
getoond
toont
tonen
toonde
toonden
|
expor
(v)
(notícias)
|
blootleggen
(v)
(notícias)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
blootgelegd
leggen bloot
legt bloot
legde bloot
legden bloot
|
expor
(v)
(dentes)
|
blootleggen
(v)
(dentes)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
blootgelegd
leggen bloot
legt bloot
legde bloot
legden bloot
|
expor
(v)
(descobrir)
|
ontbloten
(v)
(descobrir)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
ontbloot
ontbloot
ontbloten
ontblootte
ontblootten
|
expor
(v)
(notícias)
|
openbaren
(v)
(notícias)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
geöpenbaard
openbaren
openbaart
openbaarden
openbaarde
|
expor
(v)
(arte)
|
tentoonstellen
(v)
(arte)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
tentoongesteld
stelt tentoon
stellen tentoon
stelden tentoon
stelde tentoon
|
expor
(v)
(dispor)
|
uitspreiden
(v)
(dispor)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
uitgespreid
spreidt uit
spreiden uit
spreidden uit
spreidde uit
|
expor
(v)
(loja)
|
ten toon spreiden
(v)
(loja)
|
expor
(v)
(loja)
|
etaleren
(v)
(loja)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
geëtaleerd
etaleren
etaleert
etaleerden
etaleerde
|
expor
(v)
(arte)
|
exposeren
(v)
(arte)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
geëxposeerd
exposeren
exposeert
exposeerden
exposeerde
|
expor
(v)
(teoria)
|
bekendmaken
(v)
(teoria)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
bekendgemaakt
maakt bekend
maken bekend
maakte bekend
maakten bekend
|
expor
(v)
(dispor)
|
laten zien
(v)
(dispor)
|
expor
(v)
(descobrir)
|
bekend maken
(v)
(descobrir)
|
expor
(v)
(loja)
|
tonen
(n)
(v)
(loja)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
getoond
toont
tonen
toonde
toonden
|
expor
(v)
(notícias)
|
ontsluieren
(v)
(notícias)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
ontsluierd
ontsluiert
ontsluieren
ontsluierde
ontsluierden
|
expor
(v)
(arte)
|
uitstallen
(v)
(arte)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
uitgestald
stallen uit
stalt uit
stalden uit
stalde uit
|
expor
(v)
(dentes)
|
ontbloten
(v)
(dentes)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
ontbloot
ontbloot
ontbloten
ontblootte
ontblootten
|
expor
(v)
(dispor)
|
ten toon spreiden
(v)
(dispor)
|
expor
(v)
(loja)
|
uitspreiden
(v)
(loja)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
uitgespreid
spreidt uit
spreiden uit
spreidden uit
spreidde uit
|
expor
(v)
(loja)
|
laten zien
(v)
(loja)
|
expor
(v)
(descobrir)
|
tentoonstellen
(v)
(descobrir)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
tentoongesteld
stelt tentoon
stellen tentoon
stelden tentoon
stelde tentoon
|
expor
(v)
(notícias)
|
onthullen
(v)
(notícias)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
onthuld
onthult
onthullen
onthulde
onthulden
|
expor
(v)
(descobrir)
|
openbaren
(v)
(descobrir)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
geöpenbaard
openbaren
openbaart
openbaarden
openbaarde
|
expor
(v)
(descobrir)
|
aan het licht brengen
(v)
(descobrir)
|
expor
(v)
(loja)
|
uitstallen
(v)
(loja)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
uitgestald
stallen uit
stalt uit
stalden uit
stalde uit
|
expor
(v)
(notícias)
|
bekend maken
(v)
(notícias)
|
expor
(v)
(notícias)
|
tentoonstellen
(v)
(notícias)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
tentoongesteld
stelt tentoon
stellen tentoon
stelden tentoon
stelde tentoon
|
expor
(v)
(proposta)
|
voorleggen
(v)
(proposta)
|
exposto
expõem
expões
expunham
expunhas
|
voorgelegd
legt voor
leggen voor
legden voor
legde voor
|