Escapar — tradução Português Holandês. Traduzir Escapar em Holandês

escapar (v) (preso)	ontkomen aan (v) (preso)
escapar (v) (pensamento)	ontglippen (v) (pensamento)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontglipt ontglipt ontglippen ontglipten ontglipte
escapar (v) (geral)	met de noorderzon vertrekken (v) (geral)
escapar (v) (perigo)	ontkomen (v) (perigo)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontkomen ontkomt ontkomen ontkwam ontkwamen
escapar (v) (eludir)	ontwijken (n) (v) (eludir)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontweken ontwijkt ontwijken ontweek ontweken
escapar (v) (encontro)	wegkomen (v) (encontro)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	weggekomen komt weg komen weg kwam weg kwamen weg
escapar (v) (preso)	ontsnappen (v) (preso)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontsnapt ontsnapt ontsnappen ontsnapten ontsnapte
escapar (v) (atividade física)	opzij springen (v) (atividade física)
escapar (v) (fugir)	losbreken (v) (fugir)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	losgebroken breken los breekt los braken los brak los
escapar (v) (fugir)	uitbreken (v) (fugir)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	uitgebroken breekt uit breken uit brak uit braken uit
escapar (v) (fugir)	zijn biezen pakken (v) (fugir)
escapar (v) (preso)	ontkomen (v) (preso)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontkomen ontkomt ontkomen ontkwam ontkwamen
escapar (v) (pensamento)	ontgaan (v) (pensamento)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontgaan ontgaan ontgaat ontging ontgingen
escapar (v) (ladrão)	buitensluipen (v) (ladrão)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	buitengeslopen sluipen buiten sluipt buiten sloop buiten slopen buiten
escapar (v) (atividade física)	uitwijken (v) (atividade física)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	uitgeweken wijkt uit wijken uit week uit weken uit
escapar (v) (perigo)	ontsnappen aan (v) (perigo)
escapar (v) (eludir)	ontspringen aan (v) (eludir)
escapar (v) (perigo)	ontsnappen (v) (perigo)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontsnapt ontsnapt ontsnappen ontsnapten ontsnapte
escapar (v) (preso)	vluchten (v) (preso)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	gevlucht vlucht vluchten vluchtte vluchtten
escapar (v) (pensamento)	ontsnappen (v) (pensamento)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontsnapt ontsnapt ontsnappen ontsnapten ontsnapte
escapar (v) (perigo)	ontvluchten (v) (perigo)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontvlucht ontvluchten ontvlucht ontvluchtte ontvluchtten
escapar (v) (perigo)	ontkomen aan (v) (perigo)
escapar (v) (eludir)	ontkomen (v) (eludir)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontkomen ontkomt ontkomen ontkwam ontkwamen
escapar (v) (preso)	ontvluchten (v) (preso)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontvlucht ontvluchten ontvlucht ontvluchtte ontvluchtten
escapar (v) (preso)	ontwijken (n) (v) (preso)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontweken ontwijkt ontwijken ontweek ontweken
escapar (v) (ladrão)	buitenglippen (v) (ladrão)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	buitengeglipt glippen buiten glipt buiten glipte buiten glipten buiten
escapar (v) (preso)	uitbreken (v) (preso)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	uitgebroken breekt uit breken uit brak uit braken uit
escapar (v) (perigo)	ontspringen aan (v) (perigo)
escapar (v) (eludir)	ontsnappen aan (v) (eludir)
escapar (v) (eludir)	vluchten (v) (eludir)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	gevlucht vlucht vluchten vluchtte vluchtten
escapar (v) (preso)	ontsnappen aan (v) (preso)
escapar (v) (encontro)	weggaan (n) (v) (encontro)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	weggegaan gaat weg gaan weg ging weg gingen weg
escapar (v) (perigo)	ontwijken (n) (v) (perigo)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontweken ontwijkt ontwijken ontweek ontweken
escapar (v) (perigo)	vluchten (v) (perigo)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	gevlucht vlucht vluchten vluchtte vluchtten
escapar (v) (eludir)	ontkomen aan (v) (eludir)
escapar (v) (preso)	ontspringen aan (v) (preso)
escapar (v) (geral)	onderduiken (v) (geral)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ondergedoken duiken onder duikt onder doken onder dook onder
escapar (v) (preso)	losbreken (v) (preso)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	losgebroken breken los breekt los braken los brak los
escapar (v) (fugir)	ontsnappen (v) (fugir)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontsnapt ontsnapt ontsnappen ontsnapten ontsnapte
escapar (v) (fugir)	zich uit de voeten maken (v) (fugir)
escapar (v) (eludir)	ontsnappen (v) (eludir)
escapado escapam escapas escapavam escapavas	ontsnapt ontsnapt ontsnappen ontsnapten ontsnapte

Escapar exemplos29 exemplos encontrados

deixar escapar um segredo	verklappen
deixar escapar um segredo	zich verspreken
deixar escapar um segredo	uit de school klappen
não deixar escapar	grijpen
conseguir escapar do castigo	er ongestraft van afkomen
conseguir escapar do castigo	er ongestraft afkomen
deixar escapar	verklappen
deixar escapar	zich laten ontvallen
escapar a toda velocidade	snel wegrijden
escapar de	ontkomen aan
escapar de	ontkomen
escapar de	ontsnappen aan
escapar de	ontspringen aan
escapar de	ontlopen
escapar de	ontsnappen
escapar de	ontlopen
escapar de	ontkomen
escapar de	ontkomen aan
escapar de	ontsnappen aan
escapar de	ontspringen aan
escapar de	ontsnappen
escapar impune	er ongestraft van afkomen
escapar impune	er ongestraft afkomen
escapar são e salvo	er ongedeerd afkomen
escapar são e salvo	er zonder kleerscheuren afkomen
escapar à atenção de alguém	iemand ontgaan
escapar à atenção de alguém	aan iemands aandacht ontsnappen
escapar à atenção de alguém	aan iemands aandacht ontglippen
tentar escapar de	ergens onderuit proberen te komen

Traduzir Escapar em outros idiomas

— Traduzir escapar em Inglês

— Traduzir escapar em Alemão

— Traduzir escapar em Francês

— Traduzir escapar em Italiano

— Traduzir escapar em Espanhol

— Traduzir escapar em Esloveno

— Traduzir escapar em Polonês

— Traduzir escapar em Tcheco

Escapar — Português Holandês tradução41 Tradução encontrado