distribuir
(v)
(dispensar)
|
distribueren
(v)
(dispensar)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
gedistribueerd
distribueren
distribueert
distribueerden
distribueerde
|
distribuir
(v)
(jogos - cartas)
|
delen
(v)
(jogos - cartas)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
gedeeld
delen
deelt
deelden
deelde
|
distribuir
(v)
(repartir)
|
toekennen
(v)
(repartir)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
toegekend
kent toe
kennen toe
kenden toe
kende toe
|
distribuir
(v)
(objetos)
|
distribueren
(v)
(objetos)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
gedistribueerd
distribueren
distribueert
distribueerden
distribueerde
|
distribuir
(v)
(dispensar)
|
spreiden
(v)
(dispensar)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
gespreid
spreidt
spreiden
spreidde
spreidden
|
distribuir
(v)
(jogos - cartas)
|
geven
(v)
(jogos - cartas)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
gegeven
geeft
geven
gaven
gaf
|
distribuir
(v)
(militar)
|
inzetten
(v)
(militar)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
ingezet
zetten in
zet in
zette in
zetten in
|
distribuir
(v)
(pagamento)
|
spreiden
(v)
(pagamento)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
gespreid
spreidt
spreiden
spreidde
spreidden
|
distribuir
(v)
(repartir)
|
toewijzen
(v)
(repartir)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
toegewezen
wijzen toe
wijst toe
wees toe
wezen toe
|
distribuir
(v)
(pagamento)
|
uitdelen
(v)
(pagamento)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
uitgedeeld
delen uit
deelt uit
deelde uit
deelden uit
|
distribuir
(v)
(dispensar)
|
uitdelen
(v)
(dispensar)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
uitgedeeld
delen uit
deelt uit
deelde uit
deelden uit
|
distribuir
(v)
(objetos)
|
uitdelen
(v)
(objetos)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
uitgedeeld
delen uit
deelt uit
deelde uit
deelden uit
|
distribuir
(v)
(repartir)
|
toebedelen
(v)
(repartir)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
toebedeeld
bedelen toe
bedeelt toe
bedeelden toe
bedeelde toe
|
distribuir
(v)
(pagamento)
|
distribueren
(v)
(pagamento)
|
distribuído
distribuem
distribuis
distribuíam
distribuías
|
gedistribueerd
distribueren
distribueert
distribueerden
distribueerde
|