desligar
(v)
(empregado)
|
afvoeren
(v)
(empregado)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
afgevoerd
voert af
voeren af
voerde af
voerden af
|
desligar
(v)
(telefone)
|
ophangen
(n)
(v)
(telefone)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
opgehangen
hangen op
hangt op
hing op
hingen op
|
desligar
(v)
(torneira)
|
dichtdraaien
(v)
(torneira)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
dichtgedraaid
draaien dicht
draait dicht
draaide dicht
draaiden dicht
|
desligar
(v)
(aparelho elétrico)
|
afsluiten
(v)
(aparelho elétrico)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
afgesloten
sluit af
sluiten af
sloot af
sloten af
|
desligar
(v)
(luz)
|
afzetten
(n)
(v)
(luz)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
afgezet
zetten af
zet af
zetten af
zette af
|
desligar
(v)
(eletricidade)
|
dichtdraaien
(v)
(eletricidade)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
dichtgedraaid
draaien dicht
draait dicht
draaide dicht
draaiden dicht
|
desligar
(v)
(empregado)
|
verwijderen
(v)
(empregado)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
verwijderd
verwijderen
verwijdert
verwijderde
verwijderden
|
desligar
(v)
(aparelho elétrico)
|
afzetten
(n)
(v)
(aparelho elétrico)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
afgezet
zetten af
zet af
zetten af
zette af
|
desligar
(v)
(luz)
|
uitschakelen
(v)
(luz)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
uitgeschakeld
schakelt uit
schakelen uit
schakelden uit
schakelde uit
|
desligar
(v)
(aparelho elétrico)
|
dichtdraaien
(v)
(aparelho elétrico)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
dichtgedraaid
draaien dicht
draait dicht
draaide dicht
draaiden dicht
|
desligar
(v)
(torneira)
|
uitschakelen
(v)
(torneira)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
uitgeschakeld
schakelt uit
schakelen uit
schakelden uit
schakelde uit
|
desligar
(v)
(luz)
|
uitdraaien
(v)
(luz)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
uitgedraaid
draaien uit
draait uit
draaide uit
draaiden uit
|
desligar
(v)
(objetos)
|
scheiden
(n)
(v)
(objetos)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
gescheiden
scheiden
scheidt
scheidde
scheidden
|
desligar
(v)
(torneira)
|
afsluiten
(v)
(torneira)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
afgesloten
sluit af
sluiten af
sloot af
sloten af
|
desligar
(v)
(aparelho elétrico)
|
uitdraaien
(v)
(aparelho elétrico)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
uitgedraaid
draaien uit
draait uit
draaide uit
draaiden uit
|
desligar
(v)
(máquina)
|
uitdraaien
(v)
(máquina)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
uitgedraaid
draaien uit
draait uit
draaide uit
draaiden uit
|
desligar
(v)
(máquina)
|
afzetten
(n)
(v)
(máquina)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
afgezet
zetten af
zet af
zetten af
zette af
|
desligar
(v)
(torneira)
|
uitdraaien
(v)
(torneira)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
uitgedraaid
draaien uit
draait uit
draaide uit
draaiden uit
|
desligar
(v)
(luz)
|
uitdoen
(v)
(luz)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
uitgedaan
doet uit
doen uit
deden uit
deed uit
|
desligar
(v)
(objetos)
|
uit elkaar halen
(v)
(objetos)
|
desligar
(v)
(torneira)
|
afzetten
(n)
(v)
(torneira)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
afgezet
zetten af
zet af
zetten af
zette af
|
desligar
(v)
(aparelho elétrico)
|
uitschakelen
(v)
(aparelho elétrico)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
uitgeschakeld
schakelt uit
schakelen uit
schakelden uit
schakelde uit
|
desligar
(v)
(máquina)
|
uitschakelen
(v)
(máquina)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
uitgeschakeld
schakelt uit
schakelen uit
schakelden uit
schakelde uit
|
desligar
(v)
(eletricidade)
|
afsluiten
(v)
(eletricidade)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
afgesloten
sluit af
sluiten af
sloot af
sloten af
|
desligar
(v)
(empregado)
|
afzetten
(n)
(v)
(empregado)
|
desligado
desligam
desligas
desligavam
desligavas
|
afgezet
zetten af
zet af
zetten af
zette af
|