continuar
(v)
(tempo)
|
aanhouden
(n)
(v)
(tempo)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
continuar
(v)
(duração)
|
aanhouden
(n)
(v)
(duração)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
continuar
(v)
(transitivo)
|
volhouden
(n)
(v)
(transitivo)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
volgehouden
houdt vol
houden vol
hielden vol
hield vol
|
continuar
(v)
(intransitivo)
|
voortduren
(v)
(intransitivo)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
voortgeduurd
duren voort
duurden voort
|
continuar
(v)
(geral)
|
verder reizen
(v)
(geral)
|
continuar
(v)
(esforço)
|
doorzetten
(v)
(esforço)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
doorgezet
zet door
zetten door
zette door
zetten door
|
continuar
(v)
(intransitivo)
|
aanhouden
(n)
(v)
(intransitivo)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
continuar
(v)
(história)
|
doorgaan
(v)
(história)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
doorgegaan
gaat door
gaan door
ging door
gingen door
|
continuar
(v)
(duração)
|
voortduren
(v)
(duração)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
voortgeduurd
duren voort
duurden voort
|
continuar
(v)
(transitivo)
|
doorzetten
(v)
(transitivo)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
doorgezet
zet door
zetten door
zette door
zetten door
|
continuar
(v)
(esforço)
|
volharden
(v)
(esforço)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
volhard
volhardt
volharden
volhardden
volhardde
|
continuar
(v)
(esforço)
|
doorbijten
(v)
(esforço)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
doorgebeten
bijt door
bijten door
beet door
beten door
|
continuar
(v)
(esforço)
|
aanhouden
(n)
(v)
(esforço)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
continuar
(v)
(intransitivo)
|
doorgaan met
(v)
(intransitivo)
|
continuar
(v)
(história)
|
vervolgen
(v)
(história)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
vervolgd
vervolgen
vervolgt
vervolgde
vervolgden
|
continuar
(v)
(transitivo)
|
aanhouden
(n)
(v)
(transitivo)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
aangehouden
houden aan
houdt aan
hielden aan
hield aan
|
continuar
(v)
(conversa)
|
weer beginnen
(v)
(conversa)
|
continuar
(v)
(esforço)
|
volhouden
(n)
(v)
(esforço)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
volgehouden
houdt vol
houden vol
hielden vol
hield vol
|
continuar
(v)
(tempo)
|
doorgaan met
(v)
(tempo)
|
continuar
(v)
(duração)
|
doorgaan met
(v)
(duração)
|
continuar
(v)
(transitivo)
|
volharden
(v)
(transitivo)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
volhard
volhardt
volharden
volhardden
volhardde
|
continuar
(v)
(transitivo)
|
voortzetten
(v)
(transitivo)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
voortgezet
zet voort
zetten voort
zette voort
zetten voort
|
continuar
(v)
(geral)
|
doorrijden
(v)
(geral)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
doorreden
doorrijden
doorrijdt
doorreden
doorreed
|
continuar
(v)
(conversa)
|
hervatten
(n)
(v)
(conversa)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
hervat
hervatten
hervat
hervatte
hervatten
|
continuar
(v)
(esforço)
|
voortzetten
(v)
(esforço)
|
continuado
continuam
continuas
continuavam
continuavas
|
voortgezet
zet voort
zetten voort
zette voort
zetten voort
|