brotar
(v)
(botânica)
|
kiemen
(v)
(botânica)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
gekiemd
kiemen
kiemden
|
brotar
(v)
(geral)
|
ontkiemen
(v)
(geral)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
ontkiemd
ontkiemen
ontkiemden
|
brotar
(v)
(botânica)
|
spruiten
(v)
(botânica)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
gesproten
spruit
spruiten
sproten
sproot
|
brotar
(v)
(líquido)
|
uitspuiten
(v)
(líquido)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
uitgespoten
spuiten uit
spoten uit
|
brotar
(v)
(líquido)
|
stromen
(v)
(líquido)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
gestroomd
stromen
stroomden
|
brotar
(v)
(geral)
|
uitkomen
(v)
(geral)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
uitgekomen
komen uit
komt uit
kwam uit
kwamen uit
|
brotar
(v)
(botânica)
|
uitlopen
(v)
(botânica)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
uitgelopen
loopt uit
lopen uit
liepen uit
liep uit
|
brotar
(v)
(líquido)
|
eruit spuiten
(v)
(líquido)
|
brotar
(v)
(botânica)
|
uitkomen
(v)
(botânica)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
uitgekomen
komen uit
komt uit
kwam uit
kwamen uit
|
brotar
(v)
(líquido)
|
gutsen
(v)
(líquido)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
gegutst
|
brotar
(v)
(geral)
|
kiemen
(v)
(geral)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
gekiemd
kiemen
kiemden
|
brotar
(v)
(botânica)
|
ontkiemen
(v)
(botânica)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
ontkiemd
ontkiemen
ontkiemden
|
brotar
(v)
(geral)
|
uitbotten
(v)
(geral)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
uitgebot
botten uit
botten uit
|
brotar
(v)
(botânica)
|
uitbotten
(v)
(botânica)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
uitgebot
botten uit
botten uit
|
brotar
(v)
(líquido)
|
uitgutsen
(v)
(líquido)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
uitgegutst
gutsen uit
gutst uit
gutste uit
gutsten uit
|
brotar
(v)
(líquido)
|
opspuiten
(v)
(líquido)
|
brotado
brotam
brotas
brotavam
brotavas
|
opgespoten
spuit op
spuiten op
spoot op
spoten op
|