avisar
(v)
(perigo)
|
verwittigen
(v)
(perigo)
|
avisado
avisam
avisas
avisavam
avisavas
|
verwittigd
verwittigen
verwittigt
verwittigden
verwittigde
|
avisar
(v)
(aviso)
|
signaleren
(v)
(aviso)
|
avisado
avisam
avisas
avisavam
avisavas
|
gesignaleerd
signaleren
signaleert
signaleerden
signaleerde
|
avisar
(v)
(aconselhar)
|
adviseren
(v)
(aconselhar)
|
avisado
avisam
avisas
avisavam
avisavas
|
geadviseerd
adviseert
adviseren
adviseerden
adviseerde
|
avisar
(v)
(aviso)
|
zeggen
(v)
(aviso)
|
avisado
avisam
avisas
avisavam
avisavas
|
gezegd
zeggen
zegt
zegden
zegde
|
avisar
(v)
(perigo)
|
opmerkzaam maken op
(v)
(perigo)
|
avisar
(v)
(perigo)
|
waarschuwen
(v)
(perigo)
|
avisado
avisam
avisas
avisavam
avisavas
|
gewaarschuwd
waarschuwen
waarschuwt
waarschuwde
waarschuwden
|
avisar
(v)
(polícia)
|
verwittigen
(v)
(polícia)
|
avisado
avisam
avisas
avisavam
avisavas
|
verwittigd
verwittigen
verwittigt
verwittigden
verwittigde
|
avisar
(v)
(aviso)
|
een teken geven
(v)
(aviso)
|
avisar
(v)
(perigo)
|
waarschuwen voor
(v)
(perigo)
|
avisar
(v)
(geral)
|
waarschuwen
(v)
(geral)
|
avisado
avisam
avisas
avisavam
avisavas
|
gewaarschuwd
waarschuwen
waarschuwt
waarschuwde
waarschuwden
|
avisar
(v)
(polícia)
|
waarschuwen
(v)
(polícia)
|
avisado
avisam
avisas
avisavam
avisavas
|
gewaarschuwd
waarschuwen
waarschuwt
waarschuwde
waarschuwden
|
avisar
(v)
(geral)
|
van tevoren waarschuwen
(v)
(geral)
|
avisar
(v)
(aconselhar)
|
aanraden
(v)
(aconselhar)
|
avisado
avisam
avisas
avisavam
avisavas
|
aangeraden
raden aan
raadt aan
ried aan
rieden aan
|
avisar
(v)
(perigo)
|
alarmeren
(v)
(perigo)
|
avisado
avisam
avisas
avisavam
avisavas
|
gealarmeerd
alarmeren
alarmeert
alarmeerden
alarmeerde
|