Assinalar — tradução Português Holandês. Traduzir Assinalar em Holandês

assinalar (v) (escrita)	vlug noteren (v) (escrita)
assinalar (v) (geral)	markeren (v) (geral)
assinalado assinalam assinalas assinalavam assinalavas	gemarkeerd markeert markeren markeerde markeerden
assinalar (v) (escrita)	neerpennen (v) (escrita)
assinalado assinalam assinalas assinalavam assinalavas	neergepend pent neer pennen neer penden neer pende neer
assinalar (v) (escrita)	markeren (v) (escrita)
assinalado assinalam assinalas assinalavam assinalavas	gemarkeerd markeert markeren markeerde markeerden
assinalar (v) (escrita)	neerkrabbelen (v) (escrita)
assinalado assinalam assinalas assinalavam assinalavas	neergekrabbeld krabbelt neer krabbelen neer krabbelden neer krabbelde neer
assinalar (v) (escrita)	neerschrijven (v) (escrita)
assinalado assinalam assinalas assinalavam assinalavas	neergeschreven schrijven neer schrijft neer schreef neer schreven neer
assinalar (v) (escrita)	noteren (v) (escrita)
assinalado assinalam assinalas assinalavam assinalavas	genoteerd noteert noteren noteerde noteerden
assinalar (v) (escrita)	haastig opschrijven (v) (escrita)
assinalar (v) (escrita)	vlug opschrijven (v) (escrita)
assinalar (v) (escrita)	haastig noteren (v) (escrita)

Traduzir Assinalar em outros idiomas

Assinalar — Português Holandês tradução10 traduções encontrado